In juli houdt de Kettle Club haar jaarlijkse treffen (in combinatie met een algemene ledenvergadering). Hoewel de Kettle Club eigenlijk alleen maar bedoeld is voor de Suzuki GT750, een watergekoelde driecilinder tweetakt die daar zijn bijnaam ‘kettle’ ofwel waterketel aan dankt, wordt de Nederlandse Suzuki T> Club ook altijd uitgenodigd. En aangezien wij een algemene club zijn voor álle tweetakt Suzuki motorfietsen kunnen wij gewoon aansluiten met een GT380 (kleine broertje van de 750) en een T350 (klein neefje van de 750). Uiteraard is iedereen welkom die de GT750 een warm hart toedraagt, maar het is natuurlijk mooier om aan te komen op een oude tweetakt. Dus dat is precies wat we dit jaar weer gingen doen.
Het treffen is van donderdag 18 juli tot en met zondag 21 juli 2025. Omdat wij van de andere kant van het kanaal moeten komen en dus wat extra reistijd nodig hebben, vertrekken wij op de woensdag en komen we weer terug op de maandag. Op woensdag nemen we de nachtpond van Hoek van Holland naar Harwich. Vanaf daar is het een kleine 300km rijden naar het treffen. Dit jaar was de Nederlandse delegatie een beetje opgesplitst in meerdere kleine groepjes. Bart en Peter vonden de nachtboot wat duur (en dat is het ook) en gingen dus met de leasebak en 2 motoren achterop richting België en daarna reden ze op de motor door naar Calais om daar de oversteek te wagen. Dat is aanzienlijk meer kilometers dan wij reden. Een rustige middag verder en we komen al aan in Hoek van Holland.
Nieuw dit jaar was dat je ook een digitaal visum moest regelen, een “ETA”. Voor een kleine 19-en-een-halve euro kon je aangeven dat je geen terrorist was met slechte bedoelingen en daarna kon je probleemloos door het douanepoortje rijden zo de boot op. Op de boot kwamen we de andere helft van het gezelschap tegen, die waren er al wat eerder; dat waren Frans, André en nieuw lid Rob, die even op het laatste moment nog de boot regelde.
Ben en Marion waren al op vakantie in Engeland, net zoals de familie Bekkema. Die treffen we op het treffen wel.



Aan boord is het ondertussen vaste prik om even buiten te genieten van de zonsondergang (als het weer het toestaat) om daarna naar binnen te gaan voor wat biertjes. Dat zullen niet de enige zijn dit weekend…
Normaal gesproken worden we vroeg gewekt door de intens luide boordradio, die het liedje ‘Don’t Worry, Be Happy’ draait, wat je daarna voor de rest van de week niet meer uit je hoofd krijgt, maar deze keer hadden we het idee dat we iets later gewekt werden. Het leek wel of je in de buitenhut later gewekt wordt. Deze keer zaten we in een 4 persoons buitenhut, die toch wel wat groter is dan de binnenhut die we voorgaande jaren kozen. Toch voor herhaling vatbaar. We worden geopperd iets te ontbijten (een broodje en een koffietje bij de bar is voor mij voldoende, i.p.v. het uitgebreide menu aan de voorzijde van het schip wat veel duurder is) en daarna worden we de boot afgetrapt. We zetten voet in het Verenigd Koninkrijk!
Met een lekke band.
Bij het losmaken van de motoren ziet mijn pa al dat ik een lekke band heb. Dat begint goed. We rollen het schip af, komen bij door de douane en we stoppen op de parkeerplaats. Daar stonden we twee jaar geleden ook al stil met een ander euvel van een van de leden. Destijds was het een kapot halve maantje waardoor de ontsteking op een compleet verkeerd tijdstip zijn werk deed. Maarja, nu staan we dus met een platte achterband. Meteen kwam bij ons de motorzaak op die ons twee jaar terug ook uit de brand hielp maar we wisten dat die pas over 2 uur open zou zijn. Dus we gingen eerst kijken of we wat anders konden regelen. Ik stap op de T350 en samen met George rijden we naar de dichtsbijzijnde pomp en supermarktketen in de hoop wat te vinden. Ze hadden niet bijzonder veel, maar we komen terug met een mini compressortje en wat schuimspul wat zou moeten werken tegen een lekke band. We zetten de schuimspuitbus op het ventiel en draaien de knop. Na 90 seconde moet je het weer uit zetten en eraf halen. Nou veel hielp het niet en die zooi kwam overal. Het leek er wel op dat we een beetje spanning hadden, dus ik kon in ieder geval wel rijden. En dus was de eerste stop in Harwich, bij Ferry Motors.



Omdat wij toch onze eigen route gingen volgen en Frans, André en Rob daar niet zo’n trek in hadden vertrokken zij alvast naar het treffen. Zij gingen voornamelijk over de snelweg, met de GT380 en vooral de T350 is dat niet al te leuk rijden. Wij gingen binnendoor over A-wegen en B-wegen. Met een nieuwe binnenband vertrokken wij een kleine uur later om over deze wegen lekker op ons gemak die kant op te rijden.
De pech was helaas nog niet voorbij, want nog geen 100 kilometer lager plofte bij een afdaling met zo’n 60km/u de achterband weer. Met glibberen en glijen kom ik tot stilstand, maar gelukkig wel overeind. De achterband was in één klap weer leeg, de band bijna van de velg afgerond, maar gelukkig was de velg niet beschadigd. Maarja, we stonden nu dus wel op een donkere weg in niemandsland. Dus we zetten de motor aan de kant en gingen een plan trekken. Wat te doen? We bellen wat motorzaken af in de buurt maar die willen ons niet ophalen. Een van hen heeft echter wel een passende binnenband. We sturen George erop af terwijl ik toch maar eens een goede Engelse vriend bel op het treffen, die ik ‘altijd mocht bellen’… Ik dacht nou dan probeer ik het wel. Deze held heeft daarna binnen 3 uur met een karretje naar ons gereden om de motor op te halen. Pa op de T350 en George op de GT750 vervolgden hun weg en ik zat relaxt in de auto. We raceten over wat wegen en laat in de avond (het was nog een uur of 2 sturen) komen we eindelijk aan op het treffen in Morton-in-Marsh, bij de Fire Service College.


Ik word welkom geheten op het terrein en krijg de sleutels toegereikt van de kamer. Ik dacht, ik dump eerst mijn tassen daar en kom daarna wel terug om de achterband te fixen. En anders moeten we maar zien wat de op de ride-outs de volgende twee dagen gingen doen. Nou, ik was nog geen 5 minuten weg om de tassen op te bergen in de kamer maar toen ik terugkwam stonden er al een aantal mensen om de motor heen. Het motorzadel was geopend, mijn gereedschap lag al op de grond en het wiel was al gedemonteerd. De achterband lag er al half uit en de binnenband half erin gepropt. Binnen 30 minuten zat de nieuwe binnenband erin, was de ketting gespannen en stond de motor weer goed. Ja, het was wel de bedoeling dat ik mee ging rijden…


De heren werden bedankt voor hun hulp en na een gezellige avond brak de volgende ochtend alweer aan. Op de vrijdag is ride-out nummer 1. We doen een kleine rit naar CTL motoren, die ook wat oude Japanners heeft staan en daarna keren we weer terug. Het weer leek ons gunstig gestemd te zijn dus men ging vast de tank volgooien in Moreton en even later konden we met z’n alle vertrekken.
Met zoveel motoren is het ook altijd handig dat je weet wat er van je rijstijl verwacht wordt. De briefing is om een uur of 10 en een aantal zaken worden uitgelegd. Wat te doen bij pech, hoe je moet rijden en het ‘drop-off’ systeem wordt uitgelegd. Kort gezegd staat op elke kruising de motor die achter de voorrijder rijdt stil en wijst alle achterliggende motoren de kant op die ze op moeten gaan. Hij blijft daar staan tot hij de achterste rijder tegenkomt (aangegeven met een groen hesje in dit geval) en dan weten we dat iedereen dezelfde kant op rijdt. Dit systeem werkt deze keer ook weer prima.


Een mooie rit later komen we aan bij CTL motoren, die voor ons klaar stonden met koffie en wat te eten. Het moest nog wel besteld worden dus het duurde even voor iedereen aan de beurt kwam. Daar stonden ook wat mooie motoren tentoongesteld. Prima pauzemoment.

De konvooi ging rond een uur of 2 weer verder. Een mooie route door het Engelse landschap. De B-wegen daar zijn te vergelijken met onze N-wegen, met als verschil dat ze veel bochtiger zijn en dat er ook wat natuurlijke hoogteverschillen in zitten. Zelfs rijden in de groep is dan leuk. En het blijft natuurlijk indrukwekkend om zoveel rijdende GT750’s voorbij te zien komen. We moesten alleen wel door een dorp wat een trechtervorming had op het verkeer. Gelukkig zat hier best een steile helling naar beneden, waardoor je de motor niet onnodig hoefde te laten draaien. De motoren werden zo heet van al dat stilstaan dat bij sommige waterketels de koelvloeistof op het wegdek werd geleegd.

Helaas slurpte de GT380 nogal wat benzine, dus bij navraag hoeveel kilometer de rit nog zou duren gaf ik de voorrijder aan dat ik het niet ging halen en dat ze de weg konden vervolgen, maar dat wij gingen tanken. Pa ging ook mee op de T350. Hij kwam toen op het idee om naar Clarkson’s Farm te gaan (Je weet wel, die gast van Top Gear die ook zijn eigen serie nu heeft van een boerderij). Dat was op slechts 7 kilometer afstand. Tja, te dichtbij om te laten zitten… Dus we stellen de navigatie in en gaan een kijkje nemen. Eenmaal daar aangekomen blijkt het een enorme happning te zijn met verkeersregelaars en een enorm parkeerterrein. We rijden tegen de richting in en maken even een fotootje bij het bord. We kijken wat rond, zien een rij staan van hier tot Tokio en besluiten dat we elders ook best wel een ijsje kunnen nuttigen. Of koud bier kunnen scoren.


We rijden weer terug naar de Fire Service College. Deze keer, anders dan gisteren, waren we voor 7 uur aanwezig. Daardoor konden we ook genieten van het diner dat geserveerd werd. Voor de rest is het buiten goed vertoeven en een algeheel gezellige bedoeling.
Vervolgens word ik benaderd door iemand van de club. Ze hadden het idee om een fotoshoot de doen op de achterzijde van het terrein, wat blijkbaar een mega groot trainingsterrein was met onder andere een compleet nagemaakte snelweg en wat oude gebouwen. Dat zouden we morgen doen. Dat zou wel leuk worden. Ik word meegenomen door Hanna (of Hana?) in een buggy en krijg een tour rond het terrein zodat ik vast kon bedenken waar alle motoren morgen komen te staan. Uiteindelijk zag ik wel twee plekken die er goed uitzagen… Nu maar hopen op goed weer.



Een gezellige avond verder en de zaterdag is alweer komen aankloppen. En het regent ‘cats and dogs’. Zo erg zelfs, dat besloten wordt de rit in te korten en op een later (droger) moment te vertrekken als het weer een beetje zou verbeteren. Rond het middag uur werd de tweede briefing gehouden en werd besloten om de rit een vervolg te geven. Ook kwam nog een heel uitgebreide uitleg over een ‘Ford’, niet zijnde de auto maar een weg waar eigenlijk permanent water loopt. In het Nederlands ook wel een drecht of wad genoemd. Omdat het zoveel geregent had zou dit best wel breed zijn, maar geen zorgen je moest gewoon met een normale en vooral constante snelheid doorheen gaan. Toch wel een beetje spannend en ik moest meteen denken aan een uitgestrekt en avontuurlijk waterballet. De werkelijkheid was echter anders en minder indrukwekkend… Tja, het stroompje water waar we doorheen reden deed menig persoon niet veel. Een waterketel is daar niet van onder de indruk. Maar toch geinig om een keer te zien.

De stop leidt ons naar The Old Prison. Vroeger had je blijkbaar in elk dorp of district een gevangenis, maar met de komst van de trein was het niet meer nodig om overal in kleine gehuchtjes gevangenissen op te zetten. Ze konden immers nu centraler in grotere gevangenissen worden opgesloten. Deze was omgevormd tot museum / lunchgelegenheid. We hadden echter niet zoveel tijd om te lunchen, want we moesten redelijk snel terug zijn voor de fotoshoot! Dus voor een kleine 30 minuten konden we rondlopen voor we opgeroepen werden op de motor te stappen. Sommige mensen hadden nog niet eens hun eten besteld… Maar zij sloten later wel aan.
Een korte rit later komen we weer aan op de Fire Service College en we sorteren alvast voor op het kleine parkeerterrein. Al deze GT750 moesten straks op een lijn gezet worden. Het begon wat te regenen maar iedereen voelde aan dat dit wel eens bijzonder kon worden. Hanna kwam ons ophalen met haar buggy en we reden als een moedergans met kleine gansjes erachteraan.
Eenmaal aangekomen op het enorme terrein moesten we iedereen op dezelfde lijn zien te krijgen. Na wat pogingen en wat opmerkingen is dat gelukt. Ik start de drone op en de zon prikte heel even kortstondig ertussen door. En poh… Wat een beeld. Het zijn ‘slechts’ 80 GT750’s, maar het lijken er wel 300. Als je er langs liep leek het ook niet op te houden.

Nadat iedereen wat foto’s kon maken reden we nog een stukje door naar de snelweg. Iedereen werd opgelijnd en daarna gingen de helmen af voor de groepsfoto. De batterij van de drone was na al dat gevlieg ook wel op, dus dat begon te piepen en er werd al gegrapt dat de Russische drone op ze af werd gestuurd, maar uiteindelijk is geen een GT750 opgeblazen. Veilig en wel konden we na de fotoshoot weer terug naar het hoofdgebouw.

Ook deze keer konden we weer genieten van een avondmaal. Wat ik nog niet genoemd had is dat ze nogal streng zijn met hoeveelheden die je mag pakken. Maximaal 4 stuks, geen gram meer. Nou zijn sommige niet de grootste eters, dus je kon altijd wel maximaal opscheppen en iemand anders kon het dan ook weer eten. Honger hadden we in ieder geval nooit.
Omdat we toch al in een fotoshootbui waren werd het gehele aanwezige bestuur (van het verleden en in de huidige samenstelling) ook even op een rijtje gezet.

In de avond kwam ook een bandje muziek draaien, zij waren er vorig jaar in Baskerville ook bij. Prima voor erbij. Biertje werd weer genuttigd en hoewel de dag nat begon eindigde het wederom gezellig.

Ook bijzonder is dat ik even een ritje mocht maken op de Special GT750 van Scott. Die heeft de GT omgebouwd van carburateurs naar injectie. Ik ging gewoon op zijn motor zitten waarna hij vroeg of ik misschien een rondje wilde rijden. Dat laat ik mij geen tweede keer vragen dus ik maakte er dankbaar gebruik van! Ik ging terug om mijn motorkleding aan te doen en een helm te pakken en daarna kon ik het rondje even rijden. We draaien de weg op, het gas gaat erop. Dat gaat een stuk vlotter dan de GT380! Hoewel Scott aangaf dat het nog wat stotterde hier en daar merkte ik daar vrij weinig van. Het rijdt zo soepel dat ik op een later moment tijdens de proefrit dacht ‘ohja, ze rijden hier in mijlen, niet in kilometers’, waarna ik even van het gas af ging. Een zeer bijzondere ervaring!

En zo gaat het weekend ook weer hard voorbij want de volgende dag is het alweer zondag. Bart en Peter gingen al vroeg weg omdat zij de middagboot wilden halen. Wij konden op ons gemak vertrekken want we gingen naar de avondboot. Binnen werden de prijzen nog uitgereikt door de Engelse club en daarna was het afscheid nemen van iedereen. Ben en Marion reden met de Nissan voorop voor Frans, André en Rob. Wij gingen weer over de kronkelroute. George stelde nog voor om langs Milton Keynes te gaan, aangezien dat nagenoeg op de route lag. In Milton Keynes ligt de Red Bull fabriek van het Formule 1 team, dus dat was wel de moeite om even te kijken hoeveel we daarvan konden zien.
We kwamen eerst bij een achteringang aan, daarbij zag je niet al te veel. Dus we rijden wat om en komen bij een afgesloten industrieterrein met een poort en een wachter. George denkt, ik probeer het gewoon te vragen en je raadt het nooit: We worden doorgelaten. We mogen naar de bezoekersingang en we mogen ook even binnenkijken. Daar stond een volle trofeeënkast met alle prijzen die Red Bull racing in al die jaren wist te winnen. Na wat foto’s gemaakt te hebben konden wij ook weer door. Een leuk uitstapje voor we de rit naar de boot vervolgden.


Uiteindelijk kwamen we weer samen voor we de boot opgingen. Frans liet nog even aan een stel jongelui horen hoe een 3 cilinder tweetakt klonk en daarna gingen we naar de douane, het poortje door en even wachten voor we aan boord mochten. Eenmaal aan boord gingen we aan de laatste biertjes van het weekend.

En zo kwamen we toch na wat pech op de eerste dag het weekend probleemloos door. Op maandagochtend komen we weer in Nederland aan op een zonnige zondagmorgen. We doen elkander de groeten en we treffen elkaar wel weer elders.
Het is een mooi weekend geweest! Groeten.
Linkjes
https://www.suzukigtclub.nl/
https://www.thekettleclub.com/
Absolutely brilliant photos, thank you SO much 😁👍
Glad you liked it Shaun, it was my pleasure! Great rally.
Fantastisch verhaal en foto’s Carlo. Helemaal top.
Dank Bart, daar doen we het voor! 👌
Carlo, a brilliant write up and great photos as always! We want to see ewe on a GT750 next year!
Thanks Carl! Chances are slim Ill arrive on a 750 instead of the 380, but we’ll see what next year brings.
A great job again Carlo, many thanks.
Skid’s going to have a lot to choose from your photo’ set.
People may now know why you kept stopping at the side of the road and then zooming past us time and time again.
Many thanks.
Thanks Nick, I hope folks enjoy and can find a nice pic of themselves in the collection 👍
Thank you Carlo for all the hard work. I hope to see you in a couple years time. From your American friend.
Hi Zachary, it was amazing to see you coming all the way from the US for the Kettle club! Hope to see you again and have a chat with you!